Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ziet, de kinderen zijn [11]een erfdeel des HEEREN; [12]des buiks vrucht is [13]een beloning. 11. Dat is, een zegen van den Heere gegeven, gelijk Job 20:29; hfdst.61 vs.6; Jes.54:17. 12. Dat is, de kinderen. 13. Te weten, van den Heere gegeven. Men geeft somtijds beloning, die men schuldig is voor gedanen dienst, gelijk Gen.30:28; Num.18:31. Somtijds uit gratie of uit gunst, Rom.4;4; gelijk God zijnen dienaren geeft; Gen.15:1; Jes.62:11.